“Met dit project kan ik bijdragen aan het verminderen van de CO2-voetafdruk in de zuivelindustrie. Binnen de Duitse landbouw hebben we al veel bereikt. De gemiddelde voetafdruk van Duitse melkveebedrijven is bijvoorbeeld slechts ongeveer de helft van het wereldwijde gemiddelde. En die op mijn boerderij is zelfs nog een beetje lager, en daar ben ik trots op. Ik ben al jaren bezig met wat er nodig is om een klimaatneutraal bedrijf op te bouwen.Omdat we op die manier belangrijke verbeteringen kunnen creëren die ook overgenomen kunnen worden door andere melkveehouders. Dit geeft ons stabiliteit voor de toekomst en spreekt ook de volgende generaties consumenten aan. Daar ben ik van overtuigd. Daarom aarzelde ik niet toen DMK me vroeg of ik wilde meedoen aan “Net Zero Farming”. Na de planningsfase, afgelopen herfst, zijn we in de lente begonnen met de eerste maatregelen – bijvoorbeeld bij de teelt van voedergewassen. Er zijn nieuwe maïsrassen die minder kunstmest nodig hebben om dezelfde opbrengst te produceren. We richten ons op een efficiëntere ruwvoederbasis. Dit is belangrijk zodat er geen voedingsstoffen verloren gaan, want dat vergroot de CO2-voetafdruk. Bovendien zou ik dan meer voer moeten kopen, waardoor mijn emissies weer toenemen.
We streven er van oudsher naar onze koeien de beste zorg te geven. Als onderdeel van het project worden we nu, naast de reguliere zorg van onze dierenarts, geadvi seerd door een andere dierenartsenpraktijk. Deze richt zich meer op elk individueel dier, of het nu een koe of een kalf is. Samen passen we de voeding aan de klimaatcrite ria aan en zorgen we dat er geen negatieve eecten op de gezondheid van de dieren ontstaan. Want voor mij staat voorop dat mijn koeien het goed hebben.
IIk denk dat het goed is dat we niet alleen nieuwe dingen proberen via het project, maar ook wetenschappelijke ondersteuning krijgen. Het ontbreekt ons eenvoudigweg aan de technische mogelijkheden om bijvoorbeeld de lachgasemissie in landbouwgronden te bepalen in relatie tot bodemverdichting .Dit is een heel belangrijk punt, omdat lachgasemissie voorkomt bij omzettingsprocessen van stikstofhoudende meststoffen. De meetbaarheid geeft ons duidelijkheid. En het gaat erom dat we veel gegevens verzamelen, om vervolgstappen te kunnen maken waarmee we de uitstoot van koolstofdioxide nog verder kunnen beperken. In de landbouw helpt de moderne technologie van de tractoren ons om planten individueel te bemesten en zo de totale toegediende hoeveelheid te verminderen. Dat heeft een positief eect op de uitstoot. Voor een individueel bedrijf is hiervoor een grote investering vereist, waardoor dit een enorme uitdaging is. Daarvoor hebben we oplossingen nodig, die we ontwikkelen in het kader van “Net Zero Farming”.
Acceleration & Innovation Acceleration & Innovation “In principe zijn er twee kerndoelen die we met het gezamenlijke project willen bereiken: Hoe kunnen maatregelen die wetenschappelijk zijn getest in de praktijk worden geïmplementeerd en welke kosten komen er op de melkveehouders af? En we willen uitzoeken of het mogelijk is om tegen 2045 klimaatneutraal te zijn op melkveebedrijven. Hiervoor werken we samen met drie pilotbedrijven in Nedersaksen en Noordrijn-Westfalen. Van hen zien we hoe melkveehouders werken en buigen we ons samen met wetenschappers en onze samenwerkingspartners over de vraag hoe we verder moeten gaan.We letten onder andere op het voer, de hoeveelheid gras en maïskuilvoer, d de levensverwachting van de koeien en wanneer ze voor het eerst kalven. Dat vraagt tijd en geduld. Stap voor stap moeten we op allerlei verschillen letten, want een stal met strohokken werkt heel anders dan een vrijloopstal. Mogen de koeien het hele jaar door de wei in of slechts voor een beperkte tijd? We moeten altijd bedenken dat zolang we koeien houden, we uitstoot zullen hebben. Het gaat ons erom dat we naar het bedrijf als geheel kijken en andere manieren vinden om op te vangen wat de dieren aan methaan uitstoten. Het leuke is dat onze melkveehouders staan te popelen om oplossingen uit te werken en het project zeer actief stimuleren. Hun passie voor hun vak geldt ook voor dit onderwerp.”